Bybele Beginsels
Studie 6: God En Onheil
God En Onheil | Die Duiwel En Satan | Duiwels | Inset (Toordery, Wat Het In Eden Gebeur?, Lucifer, Die Versoekinge Van Jesus, Oorlog In Die Hemel) | Vrae

Inset 19: Lucifer

" Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen." (Jesaja 14:12-14).

De Algemene Interpretatie:

Het wordt aangenomen dat Lucifer ( hier vertaald als “morgenster”) eens een machtige engel was, die voor de tijd van Adam gezondigd heeft, en daarom naar de aarde neergeworpen is, waar hij nu het moeilijk maakt voor het volk Gods.

Opmerkingen:

1. De woorden “duivel”, “Satan” en “engel” komen nooit in dit hoofdstuk voor. Het woord “Lucifer” is ook nergens in de hele Schrift te vinden. Het komt alleen voor in de Engelse vertaling.

2. Er is geen bewijs dat Jesaja 14 iets beschrijft dat in de hof van Eden plaats gevonden heeft ; als het zo is, hoe komt het dat wij 3000 jaar van de tijd van Genesis af moeten wachten, voordat wij horen wat daar werkelijk gebeurd is?

3. Er wordt van "de morgenster” gezegd, dat hij bedekt is met maden en gewormte (vers11) en dat hij geen macht meer heeft na zijn uitwerping uit de hemel (versen 5-8); er is dus geen reden om te geloven dat Lucifer, of de duivel, nu op aarde is en bezig is om de gelovigen te verleiden.

4. Waarom wordt de “Lucifer” gestrafd als hij zegt: “Ik zal ten hemel opstijgen” (vers 13), als hij alreeds daar was?

5. “Lucifer" zou in het graf verrotten: “Uw trots is in het dodenrijk neergeworpen ...... het gewormte licht onder u gespreid” (vers 11). De duivel, of morgenster, of Lucifer kan geen engel zijn , want engelen kunnen niet sterven (Lucas 20:35-36); de taalgebruik past meer bij een mens.

6. Versen 13 en 14 houden verband met 2 Thessalonicenzen 2:3-4, die gaan over “de mens der wetteloosheid” - derhalve is “Lucifer” een andere mens en geen engel.

Opmerking vertaler: Punt 6 hier vindt ik geen goede argumentatie; het gaat over twee totaal verschillende mensen.

Voorgestelde verklaringen:-

1. Verschillende moderne vertalingen van de Bijbel (bijvoorbeeld de Engelse NIV) zetten hoofdstukken 13-23 van Jesaja uiteen als een kommentaar over verschillende naties, bijvoorbeeld Babylon, Tyrus en Egypte. Jesaja 14:4 geeft de context van de versen : “dat gij dit spotlied (gelijkenis) op de koning van Babel zult aanheffen .......”. De profetie gaat dus over de menselijke koning van Babel, die beschreven wordt als “morgenster”. Het zegt over zijn val: “Wie u zien,...letten op u: Is dit de man, die de aarde deed sidderen......?” (vers 16). Dus is het duidelijk dat " morgenster" een mens is.

2. Omdat "morgenster" een menselijke koning was, kon “ alle koningen der volken ....... vangen aan tot u (de koning van Babel) te zeggen: ook gij zijt krachteloos geworden als wij; gij zijt aan ons gelijk geworden”(Versen 9,10).. Morgenster (Lucifer) was dus een koning zoals elke andere koning.

3. Onthoudt dat dit een “spotlied (gelijkenis) op de koning van Babel” is (vers 4). Morgenster (dat is wat het woord Lucifer betekent), is de helderste van de sterren; feitelijk is het de planeet Venus. In de gelijkenis besluit deze ster in zijn trots om “ ten hemel op te stijgen, boven de (andere) sterren Gods mijn troon oprichten” (vers 13). Hierom wordt deze ster naar de aarde neergeworpen. De ster vertegenwoordigt de koning van Babel. Daniel hoofdstuk 4 verklaart hoe Nebukadnessar, de koning van Babel, met trots het machtige koninkrijk beschouwde die hij opgebouwd had, ervan overtuigd dat hij de andere naties door zijn eigen kracht overwonnen had, liever dan toe te geven dat God het was die aan hem dit sukses gegeven had. “Gij, o koning ........ wiens grootheid (trots) zo is toegenomen, dat zij tot aan de hemel reikt” (vers 22). Het is om deze reden dat hij “uit de gemeenschap der mensen verstoten is en at gras als de runderen, en door de dauw des hemels werd zijn lichaam bevochtigd, totdat zijn haar lank werd als (de veren) der arenden en zijn nagels als die der vogels” (vers 33).

4. Deze schielijke verootmoediging van een van de machtigste wereldleiders tot een waanzinnige was zulk een dramatische gebeurtenis, dat het vergelijkbaar is met de val van de morgenster van de hemel naar de aarde. Sterren zijn vaak symbolisch voor machtige personen, bijvoorbeeld Ezechiel 32:7 (over de Egyptische leider) en Daniel 8:10, vergelijkt vers 24. Naar de hemel opstijgen en van de hemel neervallen zijn Bijbelse idiomen die dikwijls gebruikt worden wanneer naar trots of verootmoediging respectivelijk verwezen wordt- zie Job 20:6; Jeremia 51:53 (over Babel); Klaagliedieren 2:1; Mattheus 11:23 (over Kapernaum).

5. Vers 17 beschuldigdt de morgenster ervan dat hij “de wereld tot een woestijn maakte en haar steden afbrak; die zijn gevangenen niet naar huis liet keren”. Dit is een beschrijving van het militaire beleid van Babel, die hele gebieden tot de grond toe gesloopt heeft (zoals zij met Jeruzalem gedaan hebben), en gevangenen naar andere gebieden vervoerd hebben, zodat zij niet naar hun thuisland konden terugkeren (zoals zij met de Joden gedaan hebben). Het feit dat hij een begravenis nodig had (versen 18-19) laat eveneens zien dat hij maar een mens was.

6. Vers 12 zegt dat de morgenster “ter aarde geveld ” zou zijn, met de implicering dat hij een boom was. Het is een verdere schakel met Daniel 4:8-16, waar Nebukadnessar en Babel vergeleken worden met een boom die neergeveld wordt.

7. “Ik zal ten hemel opstijgen” moet daarom als overdrijving verstaan worden, net als in 1 Samuel 5:12; 2 Kron.28:9; Ezra 9:6 en Ps.107:26.


  Back
Home
Next